Essay Voor De Gids | Een oefening in Blauwen

Op uitnodiging van literair tijdschrift De Gids / DIG schreef ik voor hun dossier Blauwen een nieuwe oefening in Blauw.

Ik schreef het afgelopen herfst op het Oost-Duitse platteland in de eerste weken van mijn residentie bij Libken.

Tijdens het schrijven van dit stuk werd het blauw van het blauwe uur voor mij een werkwoord: ik blauw, de hoge dennen blauwen, het gonzende blauw blauwt. Ik ontdekte dat blauw in de ochtend alle kleuren aan de wereld afgeeft en ze ’s avonds weer in zich opneemt om ze tijdens de nacht veilig te bewaren.

Via deze link kun je het stuk lezen bij De Gids.

Waarom het blauwe uur me niet loslaat heeft meer met deze overgangstijd te maken dan met de tint. Het is een kleur die het moment aanduidt tussen de dag en de nacht. In de avond loopt het over in het duister, in de ochtend gaat het over in het licht. Het tussenmoment is monochroom. Blauw is even de enige. De laatst overgeblevene en de eerste die zich schept. Door de uitzonderingspositie is ze zo intens. Ze vibreert, klopt, wolkt, pulseert en houdt de wereld in leven kort voor het donker. En na de nacht wast ze de atmosfeer schoon voor de dag. Het blauw is geladen, zoals de zone geladen is tussen twee ongelijksoortige magnetische polen.

Het stuk is gepubliceerd met een selectie beelden uit mijn blauwe series.